#1. Geef geen eten vanaf je eettafel.

Zorg dat je altijd van de eettafel weg loopt om je hond eens iets lekkers te geven. Geef bijvoorbeeld ook niet een toastje aan je hond als jij op de bank lekker zit te knabbelen. Nee, loop weg van de plek waar jij eet en geef het dan aan je hond. Dit voorkomt dat je hond gaat schooien/bedelen. Zo zal hij niet naast je komen zeuren.

Bron: uwhond.nl

#2. Jij bent de baas!

Het is heel belangrijk dat je jouw hond laat weten dat jij de baas bent. Sommige honden staan van nature onderaan in de rang binnen de roedel en zijn onderdanig, dus dat is makkelijk. Maar er zijn ook honden die af en toe proberen om jou van de troon te stoten. Over het algemeen moet je jouw hond een goede opvoeding geven om zijn rang duidelijk te maken. Dit kan op allerlei kleine manieren zoals:

  • Zorg dat je hond ook echt opzij gaat als jij erdoor wil.
  • Jij mag ten alle tijden zijn etensbak oppakken.
  • Jij bepaalt wanneer er gespeeld wordt en niet hij. Komt hij met een speeltje aanzetten, begin dan juist niet.
  • Laat de hond altijd als laatste in de rij naar binnen gaan. Eerst gaan jij, je partner, kinderen, familie of vrienden en als laatste pas je hond.

Bron: uw hond.nl

#3. Controleren van het gebit.

Controleer het gebit van je hond regelmatig. Let dan ook op het tandvlees. Als je goede voeding geeft aan je hond, is het gebit van de hond meestal ook goed. Tanden van een hond slijten meestal harder dan de tanden van een mens.