Beagle

De beagle is behoorlijk stevig gebouwd. De schofthoogte varieert van 25 tot 30 cm en het gewicht van ongeveer 8 tot 10 kg. De hond wordt tussen de 12 en 15 jaar oud, het is niet ongewoon dat ze zelfs 17 jaar worden. De hond heeft een eigenzinnig karakter maar dat weten veel baasjes juist erg te waarderen.

De hond komt in drie kleuren voor: zwart, wit en lichtbruin; de meeste beagles hebben alle drie de kleuren (“tricolor”). Oudere beagles hebben natuurlijk ook grijze haren. De beharing kent twee variëteiten: de gladharige en de ruwharige. Bij de gladharige is het haar glad, heel dicht en niet kort. Bij de ruwharige zeer dicht, stekelig en draadachtig. De vacht is goed bestand tegen weersinvloeden. Sinds 1950 is de ruwharige beagle uit de rasstandaard geschreven en komt deze officieel niet meer voor.

De beagle is een vriendelijke, enthousiaste hond die in veel boeken als “vrolijk” omschreven wordt. Ze zijn over het algemeen vriendelijk en niet agressief of verlegen. Beagles luisteren graag en passen zich goed aan. Beagle pups staan daarom ook bekend als goedluisterende lieve honden. Commando’s leren ze snel. Ze zijn als pup speels maar na verloop van tijd verandert de hond naar een lieve, brave en graag spelende hond. Beagles zijn ook snel zindelijk. Beagles kunnen zeer goed met kinderen overweg en dat is wellicht de belangrijkste reden dat ze de laatste decennia in steeds meer huishoudens gehouden worden. Beagles hechten zich zeer snel aan hun baasjes. Een wandeling door het bos of aan de zee vinden ze geweldig.